|  | 
							OefeningenComputer ondersteund ontwerpen
 |  | 
						|  |  |  |  |  | 
						|  |  | 
						De oefeningen zijn een ondersteuning bij de lessen en 
						boeken van het CADCollege. De les stopt niet na de 
						cursus. U gebruikt het boek om verder te leren. U 
						bekijkt de instructiefilmpjes voor als u vast zit en u 
						gebruikt deze oefenvragen om te bepalen of u op de goede 
						weg bent.  |  |  | 
						|  |  |  |  | 
						| Boeken |  |  De 
							vragen en oefeningen worden gebruikt om te bepalen of de 
						theorie begrepen is en of u het geleerde in de praktijk 
							kunt gebruiken. Doorloop de vragen nadat u een 
							hoofdstuk uit het boek heeft doorgenomen. Als de 
							score erg laag is; doorloop de lessen dan opnieuw. 
							Het heeft namelijk geen zin om verder te leren als u 
							iets aan de basis niet goed heeft begrepen. U kunt de vragen ook gebruiken om te bepalen of u 
							dat betreffende hoofdstuk al kent, zodat u die kunt 
							overslaan.
 |  | 
						|  |  |  |  | 
						| Indeling |  | Er zijn theoretische vragen en 
							praktische oefeningen. De theoretische vragen zijn verdeeld over een aantal hoofdstukken. 
						Per hoofdstuk wordt een ander onderwerp getoetst. Deze hoofdstuk indeling komt 
						overeen met het AutoCAD/Inventor boek uit de serie "Computer Ondersteunend Ontwerpen". 
							 Tussen de theoretische vragen staan 
							praktijkoefeningen. Deze slaan niet op een bepaald 
							hoofdstuk, maar op alle voorgaande hoofdstukken. 
							   |  | 
						|  |  |  |  | 
						| Theorie |  | Voor de theoretische vragen heeft u 
							geen bijzondere zaken nodig. De vragen bestaan 
							voornamelijk uit meerkeuze vragen. Als u een 
							hoofdstuk heeft doorgelezen, dan hoort u die vragen 
							zonder meer te kunnen maken. Omdat we niet allemaal 
							zo goed geheugen hebben kunt u het AutoCAD of 
							Inventor boek gebruiken om terug te bladeren.  |  | 
						|  |  |  |  | 
						| Praktijk AutoCAD
 Inventor
 |  | Voor de praktijk 
							moet u AutoCAD of Inventor op uw computer hebben 
							geïnstalleerd. U heeft de pagina met de vraag open 
							staan en u heeft het CAD programma open staan. 
							Gebruik Alt-tab om te wisselen tussen de schermen. 
							 Bij vrijwel alle vragen moet u iets 
							tekenen of modeleren en wordt achteraf gevraagd wat 
							het de lengte, oppervlak of inhoud is van wat u 
							getekend hebt. U kunt de vragen dan ook alleen maken 
							als u weet hoe u deze informatie opvraagt. Bekijk 
							daarvoor een van de volgende filmpjes voor
							AutoCAD of 
							Inventor   |  | 
						|  |  |  |  | 
						|  |  |   |  |  |